In de zomer heeft bijna iedereen zin in ijs. Zeker als de temperatuur buiten hoog is kan een waterijsje of een bolletje schepijs bij de Italiaan heerlijk verkoelend zijn. Schaatsers hebben bij zomerijs een heel ander idee.
Zomerijs is voor schaatsers 400 meter bevroren water om op te schaatsen, dat maar beperkte tijd in de zomer beschikbaar is. De ijsbaan in Heerenveen is in de zomer doorgaans drie weken achter elkaar open. Omdat dit jaar een Olympisch seizoen is, opende Thialf deze zomer zes weken haar deuren. Zomerijs is overigens niet alleen in Heerenveen te vinden, ook Leeuwarden, Hamar, Calgary en Berlijn leggen later deze zomer 400 meter ijs neer.
Ik keek als schaatser altijd uit naar het zomerijs. Na een lange periode van minder specifiek trainen, vond ik het fijn om eindelijk de ijzers weer onder te mogen binden. Fietsen en krachttrainingen zijn heerlijk. En met schaatssprongen en skeeleren is het schaatsen goed te benaderen. Maar er is voor schaatsers natuurlijk niets mooier dan schaatsen. Het gevoel van glijden over het ijs, vermogen leveren in je afzet en daarmee snelheid ontwikkelen. Je kunt er op geen enkele plek beter aan werken dan op het ijs.
Afgelopen week stond ik als trainer met de schaatsers van Healthy Team RTC Zuidwest op het zomerijs in Heerenveen. Omvang draaien stond daarin centraal. Dat betekent veel uren doorbrengen op lage intensiteit. We hebben veel op het ijs gestaan en daarnaast een aantal lange duurtrainingen op de fiets uitgevoerd. Het voordeel van veel uren maken op het ijs, is dat de rijders veel tijd krijgen om materiaal te testen. Het is een ideale periode om schoenen, onderstellen en ijzers waarop afgelopen winter is gereden te vergelijken met mogelijk betere alternatieven. Bij schaatsen is timing van de afzet belangrijk. Een ijzer dat net wat beter stuurt, of een schoen waarin net wat meer vermogen te leveren is, kan een groot verschil maken in de efficientie van de schaatslag.
Naast het trainen van omvang en het testen van materiaal gebruikten we het zomerijs om lactaattesten uit te voeren. Tijdens en na verschillende trainingen heb ik de bloedlactaatconcentraties van de schaatsers gemeten door middel van de analyse van een druppel bloed uit een prik in de vingertop. Ik gebruik lactaattesten om meer inzicht te krijgen in hoe de schaatsers fysiek reageren op de trainingen. Ik onderzoek of de gemeten lactaatwaarden overeenkomen met wat we op voorhand verwachtten bij het schrijven van het trainingsprogramma.
Zo schrijven we bijvoorbeeld een extensief duurtrainingen op het programma met het doel en de verwachting de intensiteit laag te houden. En het is belangrijk om tijdens die trainingen te controleren of dat dan ook gebeurd. Er zijn verschillende mogelijkheden om de intensiteit te controleren. Je kunt hartslagmeters gebruiken, of je kunt de sporters naar hun score voor de Ervaren Mate van Inspanning (EMI) vragen. De EMI score loopt op een schaal van 1 tot 10 en geeft bij regelmatig gebruik op een betrouwbare manier weer hoe zwaar de sporter de training ervaart. Naast de hartslagmeting en EMI score geeft de bloedlactaatconcentratie aanvullende informatie over de intensiteit van de training. Door de lactaatwaarde kan de fysieke reactie van het lichaam op de trainingsprikkel kan beter ingeschat worden.
Naast informatie voor mezelf en mijn collega trainers over de uitvoering van de trainingen, gebruik ik lactaatmetingen ook om de schaatsers bewust te maken van hun fysieke reacties tijdens en na een training. Zo organiseerde ik na een intensieve training op het ijs een lactaat drop wedstrijd. Direct na de laatste interval prikte ik een druppel bloed voor lactaatmeting en na precies een half uur liet ik ze bij me terug komen voor een tweede meting. De schaatser die het hoogste percentage van de eerste lactaatwaarde in een half uur kwijt raakte, won de wedstrijd. De schaatsers trokken hun schaatsen zo snel mogelijk uit en sprongen meteen op de spinning fiets om te herstellen. Ze weten dat fietsen in lage duurzones de beste manier is om het lactaat snel uit het lichaam te laten verdwijnen. Ik vond het mooi om het effect van een wedstrijd element te zien. Als er een wedstrijd is, wil iedereen die winnen.
Door middel van metingen geef ik de schaatsers en mijn collega trainers kennis over fysieke reacties op trainingen en herstelmethoden. De schaatsers verbeteren hun gedrag en wij passen het trainingsprogramma erop aan. Het zomerijs heeft ons dus niet alleen verkoeling en een goede trainingsprikkel, maar ook een hoop kennis gegeven. Kennis waarmee we weer verder kunnen werken richting de start van het schaatsseizoen. Maar nu eerst weer even van het ijs af, want het zomerijs is alweer gesmolten. Wij trekken de aankomende periode skeelers weer aan.